Een eng verhaal? (in drie delen) - Deel II

greenspun.com : LUSENET : Reiswijs... : One Thread

André's bos - deel II

Al jaren lang had André alle kerstbomen met kluit die hij zo rond de jaarswisseling vond, verzameld, en hij had ze allemaal in zijn tuin geplant. Achter zijn tuin was een stuk plantsoen, dat grensde aan een sloot – en ook daar plantte hij zijn bomen. Langzamerhand was er een bos ontstaan, vol met sparren. Allerlei soorten: blauwsparren, fijnsparren, Koreaanse sparren. Vanuit zijn huis keek hij er vaak met welgevallen naar. In zijn bos had hij een labyrint van paadjes gelopen, en hij deed niets liever dan langzaam nadenkend over zijn paadjes lopen. Dit was zíjn bos.

Er woonden jongens in de buurt, die hem maar een rare vonden. Iedereen zei dat André gek was (ze noemden hem “gekke André”) en daarom vonden ze dat ze die vent wel mochten plagen. Soms, als hij nieuwe bomen had geplant, dan trokken ze ze eruit. Andere keren lieten ze expres hun hond uit in het bos. André waarschuwde ze wel eens, (hij wist precies wie het waren, het was een vast groepje van drie jongens) en dreigde de politie te bellen, maar daar lachten ze om. Waarom zou de politie gekke André nu helpen? Dus was er niets wat ze tegenhield om het steeds erger te maken. Ze trokken takken van de bomen, spoten ze vol met witte verf, en één keer zaagden ze ’s nachts vijf forse bomen om. André was kapot, de volgende dag. Hij huilde. Hij wist dat hij niets kon doen. De overgebleven sparren verzorgde hij met nog meer liefde, en haat groeide in zijn hart.

Het was winter. De jaarwisseling naderde. Overal knalde het vuurwerk al. André was door een kennis (uit medelijden) uitgenodigd om bij hem Oud en Nieuw te vieren. André bleef liever thuis, maar hij voelde zich verplicht te gaan, omdat hij zo’n vriendelijk aanbod had gekregen. Maar om half één fietste hij snel weer naar huis. Er was iets dat hem naar huis riep. Van een afstand zag hij het al: zijn bos stond in brand! Hij fietste nog harder, maar het was al te laat. Het enige wat hij kon doen, was zich warmen aan de vlammen. De brandweer kwam, “de wakkere spuitgasten hielden de belendende percelen nat” en blusten het vuur. Na een half uur werd het sein ‘brand meester’ gegeven, maar er stonden alleen nog wat kale zwarte stompen. Machteloos keek André ernaar. In zijn gezicht stond verdriet te lezen, maar ook speelde een vastberaden trek om zijn kaken.

Vanaf die tijd had André een nieuwe hobby. Zijn kelder isoleerde hij, zodat een geluiddichte ruimte ontstond. Met onderdelen van oude elektrische ovens, die hij “voor een habbekrats” op de rommelmarkt kocht, en stalen buizen, die hij “op de bouw” vond, bouwde hij een braadspit. Langzaam en systematisch bereidde hij zijn wraak voor. Hij wist wie het hadden gedaan. Ze zouden het weten. Ze zouden het weten…

Deel III

-- Hansch (hansch@klessebes.nl), July 15, 2001


Moderation questions? read the FAQ